Gronden waarop de ramingen zijn gebaseerd

In het volgende overzicht staan de belangrijkste uitgangspunten voor de meerjarenbegroting 2018-2021 weergegeven:  

Omschrijving

2018

2019

2020

2021

Algemene uitkering

meicirculaire

meicirculaire

meicirculaire

meicirculaire

Prijsontwikkeling gemeente

1,4%

1,4%

1,4%

1,4%

Prijsontwikkeling verbonden partijen

1,30%

1,30%

1,30%

1,30%

Bezuiniging verbonden partijen

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

Personeel / lonen

2,1%

2,1%

2,1%

2,1%

Personeel / werkgeverslasten

0,3%

0,3%

0,3%

0,3%

Rente aan grondexploitaties

1,45%

1,45%

1,45%

1,45%

Rente kostendekkende tarieven

2,50%

2,50%

2,50%

2,50%

Rente kapitaallasten

0%

0%

0%

0%

Onvoorzien

€ 80.000

€ 80.000

€ 80.000

€ 80.000

Toelichting
Algemene uitkering
In de begroting 2018-2021 is de stand van de algemene uitkering verwerkt conform de meicirculaire 2017.

Het belang van de meicirculaire is de afgelopen jaren sterk toegenomen, grote mutaties in de accressen, groot onderhoud verdeelstelsel, financiering 3D-taken.

Prijsontwikkeling gemeente
Bij de kosten en opbrengsten van goederen en diensten gaan we voor 2018 uit van een index van 1,4%. (bron: CPB, centraal economisch plan 2017, dd 24 maart 2017).

Prijsontwikkeling verbonden partijen
De werkgroep financiële kaderstelling gemeenschappelijke regelingen (voorheen bekend als de 'commissie Strijk') heeft afgesproken voor 2018 een indexering van de bijdragen toe te staan van 1,3 % ten opzichte van 2017.

Personeel/lonen/werkgeverslasten
We gaan uit van een voorlopige cao-verhoging van 2,1% (bron: CPB, centraal economisch plan 2017,
d.d . 24 maart 2017).

Rente grondexploitaties
Op grond van regels die van toepassing zijn op de VPB en de nieuwe regels van de BBV is er een herberekening gemaakt van de 'omslagrente'. Rekenden we in het verleden nog met verschillende percentages. Vanaf nu wordt dat 1,45%

Rente kostendekkende tarieven
Voor tarieven waarvoor geldt dat ze niet meer dan kostendekkend mogen zijn, moet voor de berekening van de kapitaallasten op investeringen een bedrijfseconomisch verdedigbaar rentepercentage worden gehanteerd. Gekozen is voor een percentage van 2,5%. Dit percentage ligt boven de actuele rente op kortlopende leningen maar beneden de gemiddelde rentevoet van de afgelopen 10 jaar.

Rente kapitaallasten
Het BBV schrijft voor dat er een verband moet zijn tussen de werkelijke rente op uitstaande leningen en de rentelasten die worden toegerekend aan de bezittingen van de gemeente. Gederfde rente op eigen vermogen mag als zodanig niet meer worden gezien als een last. Nieuwkoop kiest ervoor om de totale toegestane rentelasten toe te rekenen aan de grexen. Gevolg hiervan is dat er bij de overige kapitaallasten (alle investeringen buiten de grexen) wordt gerekend met een rente van 0%.

Onvoorzien
De gemeente hanteert al enige jaren het beleid om jaarlijks € 80.000 in de begroting op te nemen voor de dekking van onvoorziene lasten.